Afscheid

Alsof de tijd even stil stond

Je hebt het wel eens gehoord: “het is alsof de tijd stil stond.” Zo’n moment dat een dikke vette stip creëert op je levenslijn. Een markering die aangeeft dat het erna helemaal anders is dan ervoor. Een datum die je zonder er moeite voor te hoeven doen, nooit meer vergeet. Hij staat in je geheugen gegrift.

Zo’n moment dat een dikke vette stip creëert op je levenslijn.

Ik lag nog niet zo lang in bed, maar was blijkbaar toch al in slaap gevallen want ik schrok wakker van het gerinkel van mijn telefoon. Even na middernacht. Het was papa. Hij was gebeld door het ziekenhuis. Het ging niet goed met mama en hij moest er heen.

Ongeveer twee weken daarvoor ging mijn moeder op controle bij de huisarts voor haar door artrose ontstoken knie. Ze voelde zich niet zo lekker, gaf ze aan. Gealarmeerd door een veel te hoge hartslag en te lage bloeddruk, liet de huisarts haar met spoed naar het ziekenhuis brengen. Ze bleek een infarct gehad te hebben. We zouden dat weekend met de hele familie naar de Efteling gaan zoals we elk jaar doen. Als ze weer stabiel was, zou ze snel weer naar huis mogen. Dan konden we alsnog gaan. Ze verheugde zich er zo op.

Maar ze werd niet stabiel. Sterker nog, ze bleek een darmtumor te hebben. Er volgde veel onderzoeken: bloedtesten, endoscopie, hartkatheterisatie, buikecho. Wat waren we geschrokken, maar samen bleven we positief. Volgens de cardioloog zou haar hart sterk genoeg zijn om te herstellen. In afwachting van de rest van de uitslagen, hoopten we dat de kanker niet uitgezaaid zou zijn. De dagen werden getekend door het dilemma tussen positief willen zijn en voorbereid moeten zijn op het ergste. Het enige dat we konden doen, is afwachten.

De stilte is wat ik me herinner. De verlatenheid van de nacht.

En toen ging dus de telefoon. Ik trok vlug kleren aan, terwijl mijn man vrienden belde om bij onze tienjarige zoon te blijven. Wat is het fijn als je op zo’n moment kunt bouwen op mensen. De rit van Eindhoven naar Sittard ging sneller dan toegestaan was, maar leek langer te duren dan ooit.

De stilte is wat ik me herinner. De verlatenheid van de nacht. De parkeergarage waar onze auto als enige de leegte doorbrak. De donkere ontvangsthal van het hypermoderne ziekenhuis waar de weg naar de hartafdeling eindeloos leek te zijn. We belden aan, de deuren gingen tergend langzaam open. Terwijl we over de gang liepen naar de ene kamer waar een zacht licht vanaf scheen, kwam er al een broeder op ons af. “Uw moeder is al overleden”, fluisterde hij…

Voor ons stond daar, terwijl de seconden van de nacht weg tikten,
de tijd even stil.

Ik hoorde wat hij zei, maar het drong niet tot me door. Tot ik de kamer binnenstapte. Daar stond mijn vader. Ontredderd. Lamgeslagen van ongeloof. En daar lag mijn lieve mama. Een ongelooflijke rust was over haar heen gekomen. Een eindeloze rust. Haar hart was er plotseling toch mee gestopt. Het stond stil. Voor ons stond daar, terwijl de seconden van de nacht weg tikten, de tijd even stil. De nacht van 20 september 2012 was de langste nacht van mijn leven.